Google
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
                                                                  
naar een protocol Het maken van een protocol:

 

Het maken van een protocol

 

 

Implementatie

 

Invoeren van het protocol

Met het invoeren van een Protocol Dyslexie wordt een in principe bindend programma ingevoerd van toetsmomenten en interventies. Het is een draaiboek waarin de toetsen, de interventies en de besprekingen worden vastgelegd in een jaarrooster. Bij het maken van een protocol worden gebruikte procedures (leerlingvolgsysteem en toetskalender) en beschikbare toetsen en oefenmateriaal gebruikt. Het is goed mogelijk dat bij het opstellen van het protocol blijkt dat er nieuwe keuzes moeten worden gemaakt, zowel wat betreft de inhoud van de te toetsen vaardigheden als wat betreft het materiaal dat gebruikt wordt.

Voor het succesvol implementeren van een protocol is een positieve houding van alle medewerkers die ermee te maken krijgen van belang. Er zal een projectgroep moeten worden samengesteld die tot taak heeft het dyslexieprotocol voor de school te ontwikkelen (in samenwerking met de betrokken leerkrachten) en die de invoering en de uitvoering daarvan coördineert.

De schoolleiding zal dit moeten ondersteunen met faciliteiten en materiaal: 

 

Tijdsinvestering voor de invoering van het protocol

De tijd die nodig is voor op maat maken van een protocol voor de eigen school –passend binnen het eigen schoolplan, maar aangepast aan de eisen van een protocol– zal van tevoren begroot moeten worden. Hierbij kan gedacht worden aan de volgende activiteiten:

 

Activiteit

Tijd

Werkgroep met de intern begeleider, remedial teacher en de betrokken leerkrachten (van bijvoorbeeld klas 1, 2 en 3)

 

4 keer een dagdeel (voorbereiding en bijeenkomst) met de groep waarvan één bijeenkomst met daarbij de kleuterleerkrachten

 

Gemaakte afspraken opschrijven in Protocolvorm

 

2 dagdelen intern begeleider of schoolleider

Testmateriaal uitzoeken en materiaal voor oefening uitzoeken

 

2 dagdelen intern begeleider (afhankelijk van wat al op school aanwezig is)

 

Bespreken van de voorstellen in de lerarenvergadering, beantwoorden vragen en opmerkingen 

 

 

90 minuten in een lerarenvergadering

Bijstellen afspraken

 

1 dagdeel intern begeleider of schoolleider

Vaststellen schoolprotocol

 

15 minuten in een lerarenvergadering

Scholing intern begeleider en eerste en tweede

klasleerkracht

 

(studiedagen Dienst: 4 dagdelen)

 

 

 

Inhoud 

De Begeleidingsdienst voor Vrije Scholen heeft in deze uitgave voorbeeldprogramma’s gemaakt voor de kleuterklassen en voor klas 1, 2 en 3. Deze kunnen bij het maken van een schoolprotocol als basis worden gebruikt. De school kan uiteraard ook een geheel eigen protocol opstellen, uitgaande van het eigen leerplan en het eigen toets- en oefenmateriaal. Er kan altijd gebruik worden gemaakt van het ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’; niet alleen over toetsen maar ook over de mogelijkheden om hulp te geven staat hierin veel informatie.
Bij het maken van een protocol zal vooraf een keuze moeten worden gemaakt waarnaar wordt gekeken. Wij adviseren om in de laagste groepen naar de leervoorwaarden en naar de tussendoelen van beginnende geletterdheid te kijken en vanaf de eerste klas de ontwikkeling van het lezen en van het schrijven goed te volgen. In het ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’ wordt naast de leervoorwaarden alleen naar het lezen gekeken, in het door de Dienst ontwikkelde Protocol is de spelling meegenomen in de opzet. Omdat het leren lezen en schrijven op de meeste vrijescholen langzamer gaat dan in de lesprogramma’s van andere basisscholen en dus een langere periode nodig is voor het wordt beheerst, is het aan te bevelen om ook de lees- en schrijfvorderingen in de derde klas op te nemen in het schoolprotocol: de vorderingen van de langzame leerlingen kunnen dan in de derde klas nog worden bijgehouden en ze kunnen direct hulp krijgen als het nodig is.   

Een deel van de toetsen zal door de klassenleerkracht worden afgenomen en deze zal ook hulp moeten geven aan de kinderen die een uitval vertonen. De intern begeleider en/of remedial teacher neemt een ander deel van de toetsen af en de intern begeleider coördineert de hulp. De klassenleerkracht zal tijd vrij moeten maken voor de toetsen. Voor een goede meting is het van belang dat de te toetsen vaardigheden zijn behandeld en geoefend in de klas. Enerzijds geven de toetsen uit het schoolprotocol richting aan de voorafgaande lessen, anderzijds wordt bij het samenstellen van het toetsprogramma van tevoren een leerdoelstelling aangegeven.
In het jaarprogramma van de intern begeleider en de remedial teacher moet ruimte (tijd) opgenomen zijn om toetsen individueel af te nemen, voor de besprekingen, het maken van handelingsplannen en het uitzoeken en in orde maken van materiaal dat in de klas wordt gebruikt. De remedial teacher zal ook tijd nodig hebben om individuele- en groepshulp te geven. 
Bij de invoering en de ontwikkeling van een protocol-op-schoolmaat wordt het leerlingvolgsysteem (LVS) en de daarbij behorende toetskalender als basis gebruikt.

 

Geven van hulp: de niveau’s van zorg

Met het Protocol Dyslexie wordt er naar gestreefd de leerlingen zo snel mogelijk en zo efficiënt mogelijk te helpen. Het geven van hulp in de klas en het aanbieden van extra oefening in de klas is hierbij een eerste noodzakelijke stap. Dit betekent dat de school aan de klassenleerkrachten de gelegenheid moet geven om met kinderen apart te werken. De onderwijsleersituatie zal daarop aangepast moeten zijn: de andere kinderen moeten zelfstandig kunnen werken of er is hulp van een klassenassistent nodig. Materiaal voor het lezen en schrijven is een voorwaarde voor het extra oefenen in de klas. Het is hierbij van belang om planmatig te werken.
Het eerste niveau van zorg betreft het werken in de klas met kinderen die extra zorg nodig hebben zonder dat hiervoor allerlei plannen zijn gemaakt; de gewone extra zorg die binnen de groep aan individuele kinderen wordt gegeven. De leerkracht kan zelf toch een (groeps)plan voor deze kinderen maken. Wanneer geoefend wordt op niveau 2 zal het handelingsplan van tevoren gemaakt moeten worden en hierin moeten doelen en tussendoelen worden aangegeven, het materiaal kan erin worden aangegeven en er kan een weekoverzicht worden gemaakt voor de weken waarin het kind geholpen wordt. Dit taakgerichte oefenen in de klas blijkt vaak moeilijk te realiseren wanneer dit niet tot in alle praktische consequenties is doordacht. 
Er kan in niveaugroepjes of met tutorlezen worden gewerkt. Oefening voor schooltijd met deze kinderen valt niet onder de zorg op niveau 1 en 2, het is de bedoeling dat de oefening in de klas het oefenen voor of na schooltijd vervangt. 
Aan de leervoorwaarden zoals de motoriek en de auditieve vaardigheden kan in de klas extra aandacht worden gegeven wanneer deze niet in orde zijn.
Ria Kleijnen heeft een overzicht gemaakt (studiedag Implementatie Protocol Leesproblemen en Dyslexie, 2001) van de niveau’s waarop zorg aan de leerling kan worden gegeven en dat schema is door de Dienst aangepast aan de situatie op de vrijescholen. De niveau’s van zorg zijn in het schema omschreven, in het Protocol wordt bij de bespreking van de te geven interventies telkens bekeken op welk niveau van zorg de leerling wordt geholpen. Pas nadat hulp in de klas is gegeven krijgt een leerling individuele hulp (er zijn natuurlijk uitzonderingen).


 

Vijf niveau’s van zorg

 

 

 

Niveau van zorg

 

Beroepsgroep / taak / functie

Ondersteuning door Protocol Leesproblemen en Dyslexie

1

Zorg binnen de klas

Leerling binnen de groep zonodig extra hulp en gerichte aandacht geven

 

 

 

Verantwoordelijk:  klassenleerkracht

Materiaal:              klassenleerkracht

Ondersteuning:     

intern begeleider

 (remedial teacher)

Het protocol wordt gebruikt bij de signalering en vroegtijdige onderkenning van lees- en spellingproblemen

Observatie van het gebied waarop hulp wordt geboden

(auditief, lezen, motoriek, schrijfmotoriek, spelling, etc)

Eventueel groepshandelingsplan

2

Extra zorg binnen de klas onder begeleiding van de intern begeleider, remedial teacher of andere specialist

Eigen (individueel) lesmateriaal en gerichte hulp, vaste oefentijd

Verantwoordelijk:  klassenleerkracht

Materiaal en

ondersteuning:     

intern begeleider,

remedial teacher

Het protocol wordt gebruikt bij de nadere analyse van lees- en spellingproblemen

Wekelijkse observatie van vorderingen

Werken aan de hand van een handelingsplan waarin tijdspad en leerdoelen zijn aangegeven

Eventueel groepshandelingsplan

3

Zorg op schoolniveau door interne deskundigen

De leerling krijgt hulp buiten de klas, individueel of in een klein groepje

In de klas blijft er oefening op het eigen niveau van de leerling (zie niveau 1 en 2)

Verantwoordelijk: 

remedial teacher / intern begeleider

 

Gerichte oefening van de  letterkennis en van lees- en schrijf(deel)vaardigheden

Bij oudere kinderen: leren compenserende technieken

Tussentijdse toetsing

Individueel handelingsplan

4

Inschakelen externe deskundigen op schoolniveau

 

 

 

 

 

Onderzoek (Begeleidingsdienst voor Vrije Scholen,

Preventief Ambulante Begeleiding)

Persoonsgebonden Budget

Nader diagnostisch onderzoek (onderkennend, verklarend, handelingsgericht)

Hoe ernstig is de problematiek, is er sprake van dyslexie

Intensivering van remediërende en compenserende training

Hulp bij maken behandelingstraject

5

Speciale school voor basisonderwijs of verwijzing naar Gezondheidszorg

 

Nader onderzoek voor verwijzing naar speciaal basisonderwijs

Externe instanties

Leeromgeving Speciaal Basis Onderwijs of Speciaal Onderwijs (clusterschool) met specifieke trainingsprogramma’s

Naar: R. Kleijnen – Protocol binnen vijf niveau’s van zorg

 

 

 

 

Evaluatie

Na een jaar zal het protocol geëvalueerd moeten worden. Daarbij kan gedacht worden aan diverse onderwerpen: van de organisatie tot de hulp aan de kinderen.

Organisatie:

Interventie:

Materiaal:

Algemeen:

 

Het protocol

Voor de kleuterklassen en voor klas 1, 2 en 3 zijn voorbeeldprotocollen gemaakt. Dit is weergegeven in een schema en de school kan zelf aan de hand van deze voorbeelden haar eigen keuzes maken en zo een eigen protocol ontwikkelen. Onder ieder klassenschema staat aangegeven wat er voor materiaal wordt gebruikt, welke vaardigheid wordt gemeten, wat de meetinstrumenten zijn en wat het streefdoel is. Bij de Begeleidingsdienst voor Vrije Scholen zijn via e-mail lege schema’s te verkrijgen waarin de school haar eigen ideeën kan verwerken. Wanneer de schooleigen schema’s zijn gemaakt zal ook daarbij het materiaal, de gemeten vaardigheid en het streefdoel aangegeven moeten worden.

Protocol Dyslexie                                          Kleuterklas

Toetsing                                        wie

                       

Datum

                   

bespreken

interventie

Hertoetsen

datum +

wie                  

1. Invullen: Signaleringslijst beginnende geletterdheid en taalontwikkeling bij kleuters

 

                                                            kl.lkr.

1e kleuterjaar

winter

klassenleerkracht en intern begeleider

Klassenplan

Individueel handelingsplan

 

2. Invullen: Signaleringslijst  beginnende geletterdheid en taalontwikkeling bij kleuters

 

                                                            kl.lkr

2e kleuterjaar

winter

klassenleerkracht en intern begeleider

Klassenplan

Individueel handelingsplan

 

3. Kleuter Volg Systeem (LVS) - invullen

 

 

 

 

                                                           kl.lkr.

herfst

bespreken in kleuteroverleg

risicokinderen bespreken met de intern begeleider

Bij ernstige motorische achterstand: senso-motorisch  onderzoek en eventueel therapie.

Bij ernstige spraak-taalachterstand: logopedie onderzoek en eventueel therapie

Handelingsplan voor in de klas

Voorstel overige therapieën

 

4. Kleuter Volg Systeem (LVS)

 

                                                           

 

 

                                                           kl.lkr.

voorjaar

bespreken in kleuteroverleg

risicokinderen bespreken met de intern begeleider

Bij ernstige motorische achterstand: senso-motorisch  onderzoek en eventueel therapie.

Bij ernstige spraak-taalachterstand: logopedie onderzoek en eventueel therapie

Handelingsplan voor in de klas

Voorstel overige therapieën

 

5. Bespreking schoolrijpheid oudste kleuters

 

mei/juni

klassenleerkracht, intern begeleider, 1e klasleerkracht

Extra jaar kleuterklas alleen met handelingsplan

 

6. Einde kleutertijd:

Overzichten voor de overdracht naar de eersteklas leerkracht zijn klaar,

aandachtspunten zijn aangegeven

                                                           kl.lkr.

juni voor de overgang naar klas 1

september: bespreking overdracht LVS kleuters met eersteklas leerkracht

 

 

Toelichting kleuterklas

1 en 2. Zie Bijlage voor de ‘Signaleringslijst beginnende geletterdheid en taalontwikkeling bij kleuters’.|
Wanneer na de invulling van de Signaleringslijst blijkt dat er een mogelijk hiaat is dan wordt geadviseerd om ‘Vroege kenmerken van dyslexie bij kleuters’ in te vullen (zie Bijlage). Ook kan gebruik worden gemaakt van de ‘Checklist voor kleuters’ (groep 1 of groep 2) uit ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’.

3 en 4. Hiervoor kan het eigen leerlingvolgsysteem van de school worden gebruikt. Dit wordt besproken in het kleuteroverleg, de kinderen die opvallen in hun ontwikkeling worden met de intern begeleider besproken. De gegevens van de ‘Signaleringslijst beginnende geletterdheid en taalontwikkeling bij kleuters’ worden in dit gesprek betrokken. 

5.Voor de overgang naar de eerste klas worden al de kleuters die daarvoor in aanmerking komen besproken. De toekomstige eerste klasleerkracht en de intern begeleider zijn bij deze bespreking aanwezig. Wanneer wordt besloten dat een kind een extra (derde) jaar in de kleuterklas blijft, dan wordt daarvoor een handelingsplan gemaakt; aangegeven wordt wat de reden is dat dit kind een jaar extra blijft en waar het komende schooljaar aan gewerkt gaat worden. Dit handelingsplan wordt in de besprekingen over deze leerling in het derde kleuterjaar gebruikt naast het leerlingvolgsysteem en de Signaleringslijst.

6. Voor het einde van het schooljaar zijn al de gegevens (Leerlingvolgsysteem, Signaleringslijst beginnende geletterdheid en andere vragenlijsten en aantekeningen) ingevuld van de kinderen die overgaan naar de eerste klas. De overdrachtbespreking vindt plaats in september van het volgende schooljaar.

protocol Dyslexie                                              klas 1

Toetsing                                        wie

                        individueel  I klassikaal    K

 

datum

                   

bespreken

Interventie

 

Hertoetsen

datum +

wie                  

1. Overdracht LVS kleuters                      

 

september

kleuterleidster

klassenleerkracht

 

 

2. Leervoorwaarden                                 

Struiksma auditieve voorwaarden               I                                            

november

klassenleerkracht

met intern begeleider

Bepalen niveau van zorg     

Maken (groeps)handelingsplan        

 

3. Signaleringsgesprek motorisch en algemeen functioneren aan de hand van een observatielijst (klassenleerkracht, intern begeleider en handwerkleerkracht)            

november

klassenleerkracht

intern begeleider

handwerkleerkracht

Bepalen niveau van zorg

Maken (groeps)handelingsplan

Extra aandacht bij leerproces lezen en schrijven

 

4. benoemen letters / lezen        

 - letters benoemen                                     I     

 - schrijven                                                 K

 - lezen                                                        I

januari

klassenleerkracht

intern begeleider

Bepalen niveau van zorg

Plan voor hulp individueel of in groepje

Handelingsplan

 

5. Lezen basis: structuurrijtjes

Alle letters, een paar samenklanken (aangeven welke)

Lezen aanvangsniveau

wordt het leesprincipe begrepen en in aanvang beheerst                                      I

Mei

klassenleerkracht

intern begeleider

Bepalen niveau van zorg

Plan voor hulp individueel of in groepje

Handelingsplan

 

6. Spelling: dictee mkm-woorden

 

                                                                 K

Mei

klassenleerkracht

intern begeleider

Bepalen niveau van zorg

Plan voor hulp individueel of in groepje

Handelingsplan

 

7. Zevenjarigenonderzoek alleen bij de                   leerlingen die uitvallen bij lezen en schrijven

 

                                                                 I

Juni

klassenleerkracht

intern begeleider

remedial teacher

Bij uitval: eventueel doorverwijzen naar deskundige motoriek of logopedie.

Handelingsplan motoriek

Extra aandacht oefenen lezen en schrijven

De leerling extra goed volgen bij lezen en schrijven

 

Toelichting klas 1

1.Gesprek bij de overdracht van de kleuters in het nieuwe schooljaar aan de hand van het Leerlingvolgsysteem (en de overige vragenlijsten en aantekeningen) van de kleuterklassen. De klassenleerkracht van de eerste klas kent de kinderen in september al een beetje, hij kan gerichte vragen stellen en er kan een gesprek over de kinderen ontstaan. Het gaat in dit gesprek om het doorgeven van het beeld van het kind en eventuele zorgen van de kleuterleerkracht. Aandachtspunten die voor het leren van belang kunnen zijn, moeten expliciet aan de orde komen.

 

2.

Vaardigheid  

Meetinstrument

Streefdoel

 

Leervoorwaarden auditief

 

 

 

Struiksma: toetsen audisynt, audist, audant                      

Rijmwoorden: poes, baas,                  

kan, boom, jas      

leerlingblad maken

 

normen Struiksma

 

meerdere rijmwoorden

(mogen onzinwoorden zijn)

Zijn de auditieve voorwaarden erg zwak dan kan verwezen worden naar een logopediste voor verder onderzoek.
A.J.C. Struiksma e.a. – Diagnostiek van het technisch lezen en aanvankelijk spellen, Amsterdam, 2004 (of eerdere uitgave)

 

3.Signaleringsgesprek over de motorische ontwikkeling en de mogelijkheid om nieuwe bewegingen aan te leren (automatisering) van de kinderen, door de klassenleerkracht, de handwerkleerkracht en de intern begeleider. Hiervoor is de ‘Observatielijst voor het signaleringsgesprek van de handwerkleerkracht, de klassenleerkracht en de intern begeleider’ bijgevoegd (zie Bijlage).
Wanneer er signalen zijn van automatiseringsproblemen bij het aanleren van de motorische vaardigheden, dan wordt dat in de eerste klas vaak bij handwerken en het bewegingsonderwijs als eerste zichtbaar. Automatiseringsproblemen kunnen zich ook bij het lezen en schrijven voordoen. De kinderen die bij deze bespreking opvallen vanwege een zwakke motoriek kunnen extra goed gevolgd worden bij het proces van het leren lezen en schrijven. Mogelijk kan de leerling meedoen met het zevenjarigenonderzoek om zo een beter beeld van de motorische ontwikkeling te krijgen. 

Handwerken:            motorische vaardigheid, vasthouden van geleerde beweging

Klas:               bewegingsonderwijs: bewegingen aanleren, coördinatie links-rechts, ritme, klapspelletjes

 

Vaardigheid  

Meetinstrument

Streefdoel

 

Motorische ontwikkeling

Automatiseringsvaardigheden bij fijne en grove motoriek

 

Observaties motoriek

Gesprek aan de hand van de Observatielijst

Omdat het hier over signalering en observatie gaat wordt geen streefdoel gesteld

 

4. Letters aanwijzen en letters lezen met behulp van een letterkaart (zelf maken met de letters die op school worden gebruikt). Het gaat om de kennis van alle letters en de samenklanken oe/OE, ij/ IJ, eu/EU of ui/UI  (in verband met de auditieve gelijkenis tussen de klanken ui en eu is het aan te raden om bij het aanleren ervoor te kiezen één van deze klanken aan te bieden en te oefenen en pas nadat deze klank goed bekend is de andere klank aan te leren).
Lezen met een beperkt aantal letters (er kan een maximum aantal letters worden gesteld en de gekozen letters worden van tevoren aangegeven). Er wordt zelf een woordkaart (analoog aan blz. 232 of 244 uit ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’) en/of een tekst gemaakt (analoog aan de teksten uit ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’ blz. 223, 235 of 247). Ook kan gebruik worden gemaakt van de structuurrijtjes onder punt 5.

 

Vaardigheid  

Meetinstrument

Streefdoel

 

Letters aanwijzen (passief)            

Letters lezen (actief)                       

 

Lezen met beperkt aantal letters

Letterkaart

 

Letterkaart

 

Woordkaart of tekst

80 % goed

 

70 % goed

 

80 % goed gelezen woorden

 

5. Afhankelijk van het niveau bij het lezen kan individueel of voor de hele klas gekozen worden om de woorden in structuurrijen te lezen of een eenvoudige tekst aan de leerling voor te leggen (zie punt 4.).
In deze fase van het leren lezen kan het niveau per leerling sterk verschillen. Er wordt nu gezocht naar het niveau waarop het kind leest. Als het lezen nog niet goed is ontwikkeld kan met behulp van de structuurrijen worden gezien of het leesprincipe wordt beheerst en of de letters worden herkend.
Voor de verder gevorderde leerlingen kan het niveau met de Drie-Minuten-Toets worden getest (in Struiksma zijn dle’s gegeven) en eventueel kan het Avi-niveau worden bepaald.

 

Vaardigheid  

Meetinstrument

Streefdoel

 

Herkennen letters, benoemen van de juiste klank en synthetiseren        

Herkennen van de regelmaat in de rij               

Leesprincipe beheersen

 

structuurrijen zoals hieronder aangegeven

tempo: minder dan 30” per rij

fouten: minder dan 2 fout per rij

positieve reactie op hulp (klank voorzeggen)

 

 

Voorbeeld structuurrijtjes:

  OT / ot              AK /   ak                  ES /   es           AAN /    aan                        OEK /   oek

BOT / bot         BAK / bak                LES /   les        BAAN /  baan          BOEK / boek

ROT / rot         LAK /  lak                MES / mes      MAAN / maan        ZOEK /  zoek

DOT / dot         ZAK /  zak                KES /   kes       VAAN /   vaan         KOEK / koek

LOT / lot          TAK /  tak                VES /   ves       LAAN           /    laan          DOEK / doek

MOT / mot       VAK / vak                TES /   tes        HAAN /  haan         JOEK /   joek

KOT / kot         MAK / mak              ZES /   zes       WAAN / waan         HOEK / hoek

Maak zelf een testkaart en een notatieformulier, met de letters zoals die aan de kinderen zijn geleerd. Er kan gekozen worden voor andere rijtjes, met andere klanken.
De woordenrijen en leesteksten die in ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’ (zie Bijlagen vanaf blz. 212) worden gegeven kunnen worden gebruikt of deze kunnen als voorbeeld dienen om zelf een lijst met woorden of een leestekst te maken.

 

Vaardigheid  

Meetinstrument

Streefdoel

 

Lezen verhaaltje < Avi 1

 

Lezen: verklanken van de letters en woorden benoemen

 

tekst uit ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’ of een eigen gemaakte tekst analoog hieraan       

Drie-Minuten-Toets 1 en 2

 

opschrijven tijd en fouten

bij geschat voldoende niveau naar DMT 1 en 2

niveau A en B woorden lezen

bij voldoende niveau Avi-niveau bepalen

 

 

6. Dictee klas 1

MOL,  TAS,   BAK,   STOK,   WIT,   KAM,   SOEP,   MUS,   NEUS,  

 

OOM,   WEEK,   LAP,   MUIS,   PUT,   HAAN,  LEK,  ZON,  RIEM  

 

Er kan uiteraard ook gekozen worden voor een eigen gemaakt dictee of voor een dictee van een leerlingvolgsysteem als van het Cito, dle-test, Schaal Vorderingen Spellingvaardigheid of dictee’s ISO-toetsen.

 

7. Zevenjarigenonderzoek
Dit is een onderzoek dat individueel moet worden afgenomen. Het is in het Protocol opgenomen om naar de ontwikkeling van de leervoorwaarden te kijken bij de leerlingen die een uitval vertonen bij het leren lezen en schrijven of die op een andere manier opvallen. Dat betekent dat het bij een beperkt aantal kinderen wordt afgenomen.
De aangegeven aanwijzingen voor afname en voor hulp kunnen worden gevolgd.

(Het zevenjarigenonderzoek is een bewerking van het tweedeklasonderzoek.)Protocol Dyslexie                                            klas 2

Toetsing                                        wie

                        individueel  I klassikaal    K

datum

                   

bespreken

Interventie bij uitval

 

 

Hertoetsen

datum +

wie                  

1. Lezen:

Drie-Minuten-Toets

een leestekst op Avi-niveau

                                                                  I

november

intern begeleider en klassenleerkracht

Bepalen niveau van zorg

zie blz. 149 en verder uit ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’

bij uitval:

Handelingsplan en verder onderzoek

 

2. Spelling klankzuivere woorden:

(maak keuze dictee)

 

                                                                  K

november

intern begeleider en klassenleerkracht

Bepalen niveau van zorg

zie blz. 155 e.v. uit ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’

bij uitval:

Handelingsplan en verder onderzoek

 

3. Lezen:

Avi-teksten – niveau bepalen                      I  

Kijkwijzer voor taal (lezen)                          I

                                                                 

februari

intern begeleider en klassenleerkracht

Bepalen niveau van zorg

Zie blz. 149 e.v. uit ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’

Eventueel onderzoek naar deelvaardigheden

Handelingsplan

 

4. Lezen voor kinderen die in februari scoren

< Avi-niveau 1 of die tussen november en februari niet minimaal één Avi-niveau vooruit zijn gegaan                                                 

Kijkwijzer voor taal (lezen)                          I                                                

april

intern begeleider en klassenleerkracht

Zorg op niveau 2 of 3

Handelingsplan

 

 

5. Spelling op niveau

(maak keuze dictee)                                   K

Kijkwijzer voor taal (schrijven)                    I

mei

intern begeleider en klassenleerkracht

Bepalen niveau van zorg

Handelingsplan

 

6. Lezen:

Avi-teksten – niveau bepalen

Kijkwijzer voor taal (lezen)

                                                                   I

 

juni

intern begeleider en klassenleerkracht

Bepalen niveau van zorg

Zie blz. 149 e.v. uit ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’

Eventueel onderzoek naar deelvaardigheden

Handelingsplan

 

Toelichting klas 2

Op school zal men bij het vaststellen van een protocol aan moeten geven wat het streefdoel bij het lezen is (in Avi-niveau, dle of Cito-scores). Voor de spelling zal ook een streefdoel moeten worden aangegeven voor het einde van de tweede klas. Schrijven is echter meer dan alleen een correcte spelling; het is schriftelijk overdragen en communiceren op papier, er kan voor worden gekozen om ook dat te meten.
Naast de genormeerde toetsen kan gebruik worden gemaakt van de ‘Kijkwijzer voor taal’, een uitgave van de Begeleidingsdienst voor Vrije Scholen (2003). Dit is een evaluatie-instrument voor mondelinge taalvaardigheid, schrijven en lezen.

 

 

1.

Vaardigheid  

Meetinstrument

Streefdoel

 

Het beheersen van het leesprincipe: het omzetten van de letters in klanken en deze benoemen als woord.

 

 

 

Avi-niveau bepalen

 

Drie-Minuten-Toets 1 en 2 (en ev. 3)      

Tekst ‘ik kijk naar de boom’

Zelf gemaakte tekst analoog aan ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’ blz. 235 of 247 of deze teksten gebruiken

Avi-teksten

niveau A en B

dle = …

beheersing

beheersing

 

 

 

Avi-niveau = …

                                                                                             

2.  

Vaardigheid  

Meetinstrument

Streefdoel

 

Spelling klankzuivere mkm-woorden

 

Dictee Cito E3

Dictee T. de Vos groep 3 / 4

Dictee Iso-drempeltoets *

Niveau A en B

dle > 8

voldoende of hoger

* De dictee’s van Iso komen uit: K. de Baar – Begeleiding van kinderen met spellingproblemen (1996)

 

3. 

Vaardigheid  

Meetinstrument

Streefdoel

 

Lezen van een eenvoudige tekst, vlotte woordherkenning

Steun krijgen van het zinsverband, begrip van het verhaaltje

 

Avi-teksten

Avi-niveau bepalen

Kijkwijzer (lezen)

Beheersing Avi-niveau = …

 

Vooruitgang in lezen en leesmotivatie

 

4.  

Vaardigheid  

Meetinstrument

Streefdoel

 

Lezen van een eenvoudige tekst, vlotte woordherkenning

Steun krijgen van het zinsverband, begrip van het verhaaltje

 

Avi-teksten

Avi-niveau bepalen

Eventueel Drie-Minuten-Toets

Kijkwijzer (lezen)

Vooruitgang van minimaal één Avi-niveau ten opzichte van februari

 

 

 

5.        

Vaardigheid  

Meetinstrument

Streefdoel

 

Spelling op niveau dl = …

 

 

Dictee Cito E4          

Dictee Teije de Vos groep 3 / 4

Dictee Iso-toets 13

ander dictee

Kijkwijzer (schrijven)

Niveau A of B

dle = 15

voldoende

 

 

6.

Vaardigheid  

Meetinstrument

Streefdoel

 

Lezen van een tekst, vlotte woordherkenning

Steun krijgen van het zinsverband, begrip van het verhaaltje

 

Avi-teksten

Avi-niveau bepalen

 

Kijkwijzer (lezen)

Vooruitgang van minimaal één Avi-niveau ten opzichte van februari

Leesmotivatie en aantoonbare vooruitgang

 

Bij uitval:

1.   Verder onderzoek naar basisvoorwaarden voor het lezen. Letterkennis, visussynt, audisynt, oogvolgbewegingen.
Zie ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’ blz. 149. Eventueel een groepsplan maken voor kinderen die samen geholpen kunnen worden.
Gaan lezen met weinig letters en gaandeweg daar een letter bij laten komen (zodat het ‘leesprincipe’ wordt geleerd).

2.   Zie 1.) en zie ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’ blz. 155 en verder. Foutenanalyse maken, vergelijken met leesvaardigheid. Plan voor lezen en spelling integreren.Algemeen: bij uitval zoeken naar wat het kind wel kan en weet en wat hij niet meer kan. Altijd hulp geven, eventueel kan geoefend worden met leervoorwaarden maar in de tweede klas zal daarnaast altijd taakgerichte hulp moeten worden gegeven.

Protocol Dyslexie                                          klas 3

Toetsing                                        wie

                        individueel  I klassikaal    K

datum

                   

Bespreken

Interventie

Verloopt altijd na bespreking met de intern begeleider

Hertoetsen

datum +

wie                  

1. Lezen

Avi-teksten (Avi-niveau bepalen)

Streven naar beheersing Avi-niveau …

                                                                I

september

intern begeleider en

klassenleerkracht

Bij uitval: zie ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’

Handelingsplan, bepalen niveau van zorg

 

2. Spelling

Dictee

                                                                I

november

intern begeleider en

klassenleerkracht

Bij uitval: zie ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’

 

Handelingsplan, bepalen niveau van zorg

 

3. Lezen

Avi-teksten (Avi-niveau bepalen)

Streven naar beheersing Avi 6

                                                                I

februari

intern begeleider en

klassenleerkracht

Bij uitval: zie ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’

 

Handelingsplan, bepalen niveau van zorg

 

4. Spelling

Dictee

                                                                K

mei

intern begeleider en

klassenleerkracht

Bij uitval: zie ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’

 

Handelingsplan, bepalen niveau van zorg

 

5. Lezen

Alleen met de leerlingen < Avi 6 in februari

Avi-teksten, eventueel DMT

                                                                 I

mei

intern begeleider en

klassenleerkracht

Bij geringe voortgang:

Duidelijkheid krijgen omtrent de oorzaak van de leerachterstand.

Hulp geven op het derde niveau van zorg

 

 

Toelichting klas 3

De school zal zelf moeten bepalen wat het streefniveau is voor het lezen en de spelling. In deze schema’s wordt voor het lezen gestreefd naar beheersing van Avi-niveau 6 in februari. Een snelle manier van het bepalen van het niveau is het werken met de Drie-Minuten-Toets, de scores kunnen omgezet worden naar een Avi-niveau. Voor de zwakke lezers is het lezen van teksten voor de niveaubepaling van belang. De context van de tekst geeft vaak houvast, er kan daardoor voorspellend worden gelezen en het niveau is dan hoger dan bij de losse woorden. Ook voor het oefenen mogen deze kinderen dus aansluiten naar hun niveau bij het tekst-lezen.
Bij de keuze van de dictee’s kan er rekening mee worden gehouden hoe ver de klas is bij de spelling; er kan een dictee van een lager niveau worden gekozen dan de didactische leeftijd (dit wordt dan later ingehaald).
Uiteraard kan er van andere lees- en spellingtoetsen gebruik worden gemaakt.

 

1.

Vaardigheid

 

Meetinstrument

Streefdoel

Leesvaardigheid

Het resultaat gebruiken om de leerling een leesboek op niveau te geven

Avi-teksten

 

 

 

Kijkwijzer (lezen)

Beheersing Avi-niveau …

Vooruitgang van minimaal één Avi-niveau ten opzichte van de vorige meting

Vooruitgang

 

2.

Vaardigheid

 

Meetinstrument

Streefdoel

Spelling

 

 

Dictee, bijvoorbeeld

Cito E4,

T. de Vos

Iso dl = 20 of dl = 23

Kijkwijzer (schrijven)

 

Cito:  niveau A en B

T. de Vos: dle = 20

Iso:    voldoende

Vooruitgang

 

3.

Vaardigheid

 

Meetinstrument

Streefdoel

Leesvaardigheid

 

 

 

 

Avi-teksten

 

 

 

Kijkwijzer (lezen)

Beheersing Avi-niveau 6

Vooruitgang van minimaal één Avi-niveau ten opzichte van de vorige meting

Vooruitgang

 

4.

Vaardigheid

 

Meetinstrument

Streefdoel

Spelling

 

 

Dictee, bijvoorbeeld

Cito M5 of E5

T. de Vos

Iso dl = 27 of dl = 30

 

Cito:   niveau A en B

T. de Vos: dle > 27

Iso:    voldoende

 

5.De voortgang van de leerlingen die in februari nog niet Avi-niveau 6 beheersten wordt bekeken. Bij de zwakke lezers kan de voortgang klein zijn maar deze kan toch zichtbaar zijn. Een tekst die op instructieniveau wordt gelezen kan wellicht nog op instructieniveau zijn maar sneller of met minder fouten.
Bij het lezen van losse woorden heeft de lezer geen steun aan de context, de woordidentificatie kan daardoor langzamer verlopen. Dit verschil wordt zichtbaar aan het verschil in niveau wanneer dit in dle’s wordt uitgedrukt (in Struiksma is ook aangegeven welk Avi-niveau overeenkomt met de scores op de DMT).

 

Vaardigheid

 

Meetinstrument

Streefdoel

Leesvaardigheid alleen voor de leerlingen die in februari Avi-niveau 6 nog niet beheersten.

Tekstlezen

Woordenlezen

 

 

 

 

Avi-teksten

Drie-Minuten-Toets

Brus EMT / Klepel

Streven naar voortgang in Avi-niveau en in de snelheid bij het woorden lezen